Er was altijd volk over de vloer!
Anne van den Heuvel vertelt in 6 delen aan Thuis in het Nieuws:
dinsdag …
Wat ik ook nog weet was dat onze Hassan zijn beentje had gebroken toen hij een jaar of 1,5 à 2 was. Wij waren achter aan het spelen en daar stonden ook de grote bierfusten opgeslagen. Hassan had er eentje omgetrokken en op zijn been gekregen en dat brak.
Ik besefte pas veel later, toen ik zelf moeder werd, hoeveel rompslomp er kwam kijken bij het houden van een café met heel veel verenigingen, een winkel en het hebben van een gezin met twee kleine kinderen.
Op dinsdag waren we gesloten. De winkel was dicht en het café ook. Tot 19.00 uur. Wij gingen op dinsdag altijd uit eten. Dan haalden papa en mama ons uit school om half 4 en reden we meestal naar Geffen, daar zat een restaurantje. La Bonne Marché.
Om 19.00 uur moesten we terug zijn want dan kwam de EHBO club oefenen in het zaaltje. Brrr dat vond ik maar een eng gebeuren. Gelukkig heb ik daar niet veel van gezien, maar mama is zich weleens een ongeluk geschrokken als er weer eens een nep-arm af was of iemand met een nep- open wond op de grond lag.
Op de foto: Mama en onze ober Frans van Sonsbeek
Op de foto aan de bar zien we Rien Kerkhof, Jo Kerkhof, onze ober Tonnie van de Coevering, Bertje Pennings en Tiny van Nistelrooy. Pietje Steenbekkers staat achter de bar.
vaste obers
Bij ons was het altijd gezellig, er was altijd volk over de vloer. Voor in de winkel en in het café en achter waar onze leefkeuken was. Die gebruikten wij ook als huiskamer en als keuken van het café. Op gewone dagen werkten papa en mama samen, maar met drukkere dagen waren er altijd onze vaste obers Tonnie van de Coevering en Frans van Sonsbeek.
Helemaal in het begin werkten Henk van Helvoirt, Jo Verhallen en Henk van Lijssel als obers. Die werkten voorheen ook al in het café toen het nog van familie van Helvoirt was.
We hadden wel een bovenetage waar de eigenlijke woonkamer was maar daar waren we eigenlijk nooit samen met papa en mama want die waren altijd beneden aan het werk. Boven waren we eigenlijk alleen om te slapen, lego te bouwen en op woensdagmiddag Niels Holgersson te kijken op tv.
En de badkamer was daar. Ik sliep aan de kant van Jan van Hassel en Hassan aan de achterkant. We kregen boven ook een dakkapel, alleen dat was een halve meter te hoog geplaatst dus we konden eigenlijk niet echt naar buiten kijken zonder op onze tenen te staan.
koeien schetsen
We aten ‘in ploegendienst’. Mama begon met ons te eten en dan was papa voor in het café. Als de bel van de winkel ging dan was ze even naar voren. Toch was het eten altijd heel gezellig. Papa kwam daarna eten, dan loste mama hem af in het café. Onze Hassan at dan nog een rondje mee met papa.
Ik herinner me vooral de bouillonsoep met vlees en vermicelli. Papa en ik aten altijd eerst de soep en lieten het vlees en de vermicelli liggen en dan mengden we dat met piccalilly, hmmmmm. Hassen en mama vonden dat maar een smerig idee.
Over soep gesproken. Op maandagmiddag en vrijdagochtend kwamen de veehandelaren en ‘de schetsers’. Piet Berende was een van de mannen die dan het patroon van de vlekken van de koeien tekende voor op de marktbewijzen. Waarschijnlijk gingen ze vee verhandelen op de Veemarkt in de Brabanthallen, maar dat weet ik eigenlijk niet. Ik weet wel dat die tekeningen van die koeien echt heel mooi gemaakt waren.
Ik heb niet alle herinneringen helder, maar er waren ook mensen, of dat dan die handelaren waren of andere gasten uit het café weet ik niet, die dan plots met een stuk vlees aan kwamen. ‘Anny wilde gè zult maken’ of ‘Anny wij hebben zin in erwtensoep’. En mama was en is een goeie kok en boerendochter, dus die wist wel raad met al die stukken vlees. En dan smulden de gasten van verse zult of erwtensoep.
Brieven van Peerke …
Wie waren nou eigenlijk die gasten?
Driekske van de Ven bijvoorbeeld. Die kwam altijd een jong jenevertje drinken en een gekookt ei eten. En wij mochten altijd even met Driekske kletsen, en die haalde elke keer hetzelfde trucje uit.
‘Driekske wil je je arm weer langer draaien’ … en dan draaide hij zijn arm wat verder uit zijn mouw die dan zogenaamd was gegroeid. Dan hadden we Peerke Smulders uit de Maliskamp. Die schreef altijd ellenlange lange brieven naar mama. Over wereldproblematieken en ander soort zaken. Het is jammer dat die eigenlijk niet bewaard zijn gebleven.